62. demande, si certaines priorités devaient être fixées pour tous les États membres, que ces derniers incluent dans leurs priorités les domaines de l'innovation, des infrastructures, des transports et de la conservation des ressources, mais en laissant une certaine marge de manœuvre pour les
choix et en tenant compte de la dimension des programmes, de la situation initiale de chaque région et des résultats à atteindre, de façon à ce que les priorités soient modulées en fonction des besoins spécifiques à chaque région; souligne, dans ce cadr
e, que l'innovation doit ici être ...[+++]comprise au sens large de l'initiative phare «Union de l'innovation»; note que les PME constituent la principale source d'emplois au sein de l'Union et un vivier d'idées commerciales; souligne que le soutien aux PME doit être poursuivi et renforcé à la lumière du rôle essentiel que celles-ci peuvent jouer dans la mise en œuvre de la stratégie Europe 2020; insiste sur le fait que pour l'Union de l'innovation, une définition élargie de la notion d'«innovation» doit être utilisée et que l'accès des PME au financement doit continuer d'être facilité; souligne que d'autres priorités doivent pouvoir être proposées et mises en œuvre sur une base volontaire et conformément au principe de subsidiarité; exige que les domaines de l'énergie et de la formation, ainsi que la lutte contre la pauvreté, soient inclus dans les priorités proposées; 62. verzoekt de lidstaten, in het geval er voor alle lidstaten bepaalde bindende prioriteiten worden vastgesteld, daartoe ook innovatie, infrastructuur, transport en een correct middelenbeheer te rekenen, maar is van mening dat er wel enige speelruimte dient te zijn om ook rekening te houden met de omvang van de te programma's, het basisscenario voor elke regio en de te bereiken resultaten, zodat deze prioriteiten kunnen worden toegesneden op de specifieke behoeften van elke regio; benadrukt in dit verband
dat innovatie breed moet worden gedefinieerd, in overeenstemming met het vlaggenschipinitiatief „Innovatie-Unie”; merkt op dat mkb-
...[+++]bedrijven in de EU de belangrijkste bron voor werkgelegenheid zijn en een broedplaats voor zakelijke ideeën; benadrukt dat de steun voor mkb-bedrijven moet worden voortgezet en uitgebreid in het licht van de belangrijke rol die zij kunnen spelen bij de uitvoering van de Europa 2020-strategie; onderstreept dat in het kader van de „Innovatie-Unie” een brede definitie van het begrip „innovatie” moet worden gehanteerd, terwijl mkb-bedrijven daarnaast ook in de toekomst gemakkelijker toegang tot financiering moet worden verschaft; benadrukt dat op vrijwillige basis en overeenkomstig het subsidiariteitsbeginsel meer prioriteiten moeten kunnen worden aangeboden en nagestreefd; dringt erop aan dat tot de aangeboden prioriteitsterreinen ook energie, onderwijs en opleiding, alsmede armoedebestrijding moeten worden gerekend;