Les paragraphes 2 et 3 de la norme A5.1.4. précisent que les membres doivent prendre les dispositions nécessaires afin d'assurer que les inspecteurs ont la formation, les compétences, les attributions, les instructions, les pouvoirs, le statut et l'indépendance nécessaires ou souhaitables pour pouvoir effectuer les inspections de façon efficace.
De paragrafen 2 en 3 van norm A5.1.4 verduidelijken dat de leden dienen te voorzien in de nodige bepalingen om te waarborgen dat de inspecteurs beschikken over de opleiding, de bevoegdheden, de competenties, het gezag, het statuut en de onafhankelijkheid die onontbeerlijk of wenselijk zijn om de inspecties op doeltreffende wijze te kunnen uitvoeren.