Art. 21. Le Gouvernement flamand, le Ministre flamand ou le fonctionnaire dirigeant de l'administration compétente, chacun conformément aux délégations qui leur ont été conférées, font la promesse fixe de subvention ou non, sur la base du dossier de projet, et en informent le pouvoir subordonné.
Art. 21. De Vlaamse regering, de Vlaamse minister of de leidende ambtenaar van de bevoegde administratie, overeenkomstig de aan hem of haar verleende delegaties, geeft op basis van het ontwerpdossier al dan niet de vaste belofte van toelage en stelt het lager bestuur hiervan in kennis.