3. Nonobstant les exigences de l'article 7, de l'article 8, paragraphes 1 et 2, et de l'article 9, les États membres veillent à ce que les autorités compétentes soient habilitées à prendre les mesures énoncées au paragraphe 1 du présent article pour assurer des capitaux suffisants pour les services de paiement, notamment lorsque les activités autres que les services de paiement de l'établissement de paiement portent ou risquent de porter atteinte à la santé financière de l'établissement de paiement.
3. Onverminderd de voorschriften van artikel 7, artikel 8, leden 1 en 2, en artikel 9, zorgen de lidstaten ervoor dat de bevoegde autoriteiten gerechtigd zijn de in lid 1 omschreven maatregelen te nemen om voldoende kapitaal voor de betalingsdienstverlening te garanderen, met name wanneer de niet met betalingsdiensten verband houdende werkzaamheden van de betalingsinstelling afbreuk doen of dreigen te doen aan de financiële soliditeit van de betalingsinstelling.