Enfin, l'établissement de la filiation après procréation médicalement assistée, lorsqu'un partenaire s'est expressément engagé, avant la conception, à participer à l'éducation de l'enfant conçu par procréation médicalement assistée, mais s'y refuse pas la suite, mérite également réflexion.
Ten slotte vergt ook de vestiging van de afstamming na medische begeleide voortplanting waarbij een partner vóór de verwekking uitdrukkelijk het engagement heeft opgenomen om het kind dat door MBV wordt verwekt mee op te voeden, maar dit achteraf zou weigeren, enige reflectie.