L'idée centrale consistait à accorder aux travailleurs étrangers peu qualifiés (italiens, espagnols, grecs, marocains, algériens et tunisiens), embauchés à l'étranger sur la base d'accords de coopération, une participation relative dans les décisions qui les concernaient directement.
Centraal stond de idee om de op basis van samenwerkingsakkoorden in het buitenland aangeworven laaggeschoolde vreemde arbeiders (uit Italië, Spanje, Griekenland, Marokko, Algerije en Tunesië) een zekere mate van inspraak te verlenen inzake beslissingen die hen direct aanbelangen.