10. estime que les thèmes traités au cours des cycles de dialogues successifs avec la Chine, comme la ratification du PIDCP, la réforme du système judiciaire pénal, y compris la peine de mort et les systèmes de rééducation par le travail, la liberté d'expression, en particulier via internet, la liberté de la presse, le libre accès aux informations, la liberté de conscience, de pensée et de religion, la situation des minorités au Tibet
, la libération des détenus après les événements de la place Tienanmen, les droits des travailleurs et les autres droits, doivent continuer à s'inscrire dans le cadre du dialogue, en particulier en ce qui co
...[+++]ncerne l'application des recommandations issues des dialogues antérieurs et adoptées d'un commun accord par les deux parties et des séminaires sur des questions juridiques; demande dans ce sens au Conseil d'envisager de prolonger le dialogue et d'étendre le temps consacré à la discussion de chacun des thèmes soulevés; demande en outre au Conseil et à la Commission d'accorder une attention particulière au respect des conventions de l'Organisation internationale du travail (OIT) concernant notamment les syndicats indépendants et le travail des enfants; 10. is van mening dat de kwesties die in de opeenvolgende dialoogrondes met China aan de orde zijn gekomen, zoals de ratificatie van het ICCPR, de hervorming van het strafrechtsysteem, met inbegrip van de doodstraf en heropvoeding door arbeid, de vrijheid van meningsuiti
ng, met name op het Internet, de persvrijheid, de vrije toegang tot informatie, de vrijheid van geweten, gedachte en godsdienst, de situatie van minderheden in Tibet, de invrijheidstelling van hen die na de gebeurtenissen op het Tiananmenplein in hechtenis zijn genomen en werknemersrechten en andere rechten, voortdurend aan de orde moeten worden gesteld in de context van
...[+++]de dialoog, met name met het oog op de toepassing van door beide partijen onderschreven aanbevelingen die voortvloeien uit eerdere dialoogrondes en seminars over juridische aangelegenheden; doet in dit verband een beroep op de Raad een uitbreiding van de termijn voor de dialoog in overweging te nemen en meer tijd te reserveren voor debatten over de genoemde kwesties; verzoekt de Raad en de Commissie voorts bijzondere aandacht te besteden aan de naleving van de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie, met name de conventies inzake onafhankelijke vakbonden en kinderarbeid;