En ce qui concerne la récupération, la situation se présente comme suit : - à la suite du jugement du tribunal de commerce de Liège accordant à Tubemeuse, le 10 mars 1987, le bénéfice du concordat avec abandon d'actifs, l'Etat a demandé l'inscription de sa créa
nce au passif de la liquidation dudit concordat; ce qui lui a été refusé par le même tribunal; - la Cour d'appel de Liège a prononcé le 15 février 1990 un arrêt confir
mant la décision de rejet de cette ...[+++] créance prononcée; ce qui signifie, en l'état, qu'il ne pourrait y avoir récupération, même par- tielle, des ai
des litigieuses; - dans ces conditions, afin d'épuiser toutes les voies de recours, l'Etat belge a décidé de se pourvoir en cassation à l'encontre de
cette décision de la Cour d'appel; - la requête en cassation a été signifiée le 19 novem- bre 1990 et le pourvoi est toujours à l'examen.
Wat de terugvordering betreft doet de toestand zich als volgt voor : - ingevolge het
vonnis van de rechtbank van koop- handel te Luik, waarbij aan Tubemeuse o
p 10 maart 1987 een concordaat met boedelafstand werd toegekend, heeft de Staat de inschrijving van zijn schuldvordering op het passief van de vereffe- ning van bedoeld concordaat gevraagd; hetgeen hem evenwel werd gewe
igerd door dezelfde recht- bank; - op 15 februari 1990 h
...[+++]eeft het Hof van beroep te Luik een arrest uitgesproken waarbij de beslissing tot verwerping van die schuldvordering wordt bevestigd, hetgeen tot dusver betekent dat de zelfs gedeeltelijke recuperatie van de betwiste tege- moetkomingen onmogelijk is; - in die omstandigheden heeft de Belgische Staat, om alle rechtsmiddelen uit te putten, beslist die beslissing van het Hof van beroep in cassatie aan te klagen; - het verzoekschrift tot verbreking werd op 19 no- vember 1990 betekend en het beroep is nog steeds in het stadium van onderzoek.