Art. 200. Lorsque la déclaration visée à l'article 196 n'est pas déposée, et en cas d'infraction aux interdictions stipulées à l'article 194, ou en cas de dépassement du montant maximum autorisé visé à l'article 190, et lorsque ces faits sont imputables au parti politique, le parti politique concerné perd, pendant la période subséquente fixée par la Commission de Contrôle des Dépenses électorales et qui ne peut être inférieure à un mois ni supérieure à quatre mois, le droit à la dotation prévue à l'article 9 du Règlement du 23 février 2005 du Parlement flamand.
Art. 200. Als de aangifte, vermeld in artikel 196, niet wordt ingediend, en bij overtreding van de verbodsbepalingen, vermeld in artikel 194, of bij overschrijding van het toegestane maximumbedrag, vermeld in artikel 190, en als die feiten aan de politieke partij toerekenbaar zijn, verliest de betrokken politieke partij gedurende de daaropvolgende periode die de Controlecommissie Verkiezingsuitgaven bepaalt en die ten minste één en ten hoogste vier maanden duurt, het recht op de dotatie, vermeld in artikel 9 van het reglement van 23 februari 2005 van het Vlaams Parlement.