Au regard du droit à la vie familiale, il se conçoit difficilement que, lorsqu'une personne concernée vit en couple, elle puisse, sans impliquer, d'une manière ou d'une autre, la personne qui partage sa vie, décider de proposer ses services comme mère porteuse ou faire appel à la procréation médicalement assistée ou à la gestation pour autrui pour avoir un enfant (207) .
Uit het oogpunt van het recht op het gezinsleven, kan moeilijk worden aangenomen dat wanneer een betrokken persoon met iemand samenwoont, zij zonder op de een of andere manier de persoon die met haar samenwoont erbij te betrekken, kan beslissen haar diensten als draagmoeder aan te bieden of een beroep te doen op de medisch begeleide voortplanting of op het draagmoederschap om een kind te krijgen (207) .