Les curateurs peuvent immédiatement après le jugement de faillite et après s'être concerté avec les syndicats représentatifs ou, à défaut, avec le personnel présent, dans l'intérêt de la masse et en attendant la décision du tribunal prise en application de l'alinéa premier, autoriser la poursuite des activités.
De curatoren kunnen dadelijk na het faillissementsvonnis en na overleg met de representatieve vakbonden of, bij gebreke hiervan, met het aanwezige personeel in het belang van de boedel en in afwachting van de uitspraak van de rechtbank met toepassing van het eerste lid, toestaan dat de activiteiten worden voortgezet.