Depuis la loi spéciale du 13 juillet 2001, une partie des compétences en matière de « temporel du culte » a été transférée aux régions et les négociations concernant une éventuelle reconnaissance devront se faire au sein de la commission d'information et de concertation créée dans le cadre de l'accord de coopération du 27 mai 2004.
De bijzondere wet van 13 juli 2001 heeft een deel van de bevoegdheden inzake de materiële belangen van de erediensten overgeheveld naar de gewesten. De onderhandelingen over een eventuele erkenning moeten gebeuren in de informatie- en overlegcommissie die door het samenwerkingsakkoord van 27 mei 2004 in het leven werd geroepen.