La disposition attaquée met à charge du gestionnaire du réseau une partie du financement des installations d'éoliennes off-shore, pour un montant maximum de 25 millions d'euros (article 7, § 2, de la loi du 29 avril 1999) et prévoit une mesure destinée à garantir la sécurité d'investissement du projet, en cas de retrait de la concession domaniale ou d'arrêt du projet, pour des motifs non imputables à la négligence du concessionnaire (article 7, § 4, de la loi du 29 avril 1999).
De bestreden bepaling legt een deel van de financiering van de offshorewindmoleninstallaties, met een maximumbedrag van 25 miljoen euro, ten laste van de netbeheerder (artikel 7, § 2, van de wet van 29 april 1999) en voorziet in een maatregel om de investeringszekerheid van het project te garanderen, in geval van intrekking van de domeinconcessie of stopzetting van het project, om redenen die niet aan de nalatigheid van de concessiehouder kunnen worden toegeschreven (artikel 7, § 4, van de wet van 29 april 1999).