7. déplore, à cet égard, l'incapacité du Conseil, en raison de l'opposition de certains États membres, à adopter des conclusions en réponse à cette déclaration lors du Conseil "Affaires générales et Relations extérieures" du 15 septembre 2006 et demande au Conseil de les adopter de toute urgence afin de dissiper les doutes qui subsistent sur la coopération des gouvernements des États membres au programme de restitutions extraordinaires et de prisons secrètes, et leur connivence, hier, aujourd'hui et demain;
7. betreurt dat de Raad (Algemene Zaken en Externe Betrekkingen) op zijn zitting van 15 september 2006 door de tegenstand van bepaalde lidstaten geen reactie op die verklaring heeft kunnen geven, en verzoekt de Raad dit alsnog met spoed te doen, teneinde alle mogelijke twijfel weg te nemen over de medewerking dan wel stilzwijgende toestemming voor het programma van buitengewone uitleveringen en geheime gevangenissen in het verleden, het heden of in de toekomst;