7.
relève que dans les conclusions de la Présidence à l'occasion du sommet de Stockholm des 23 et 24 mars 2001, le Conseil a accepté que la BEI octroie des prêts à la Russie pour des projets environnementaux dûment sélectionnés
à Kaliningrad et à Saint-Pétersbourg; relève qu'outre la BEI, le "partenariat pour l'environnement de la dimension nordique” associera la Commission européenne, la Banque européenne pour la reconstruction et le développement, la Banque nordique d'investissement, la Banque mondiale et les États baltes ainsi que
...[+++] la Russie; exprime des réserves quant à la faisabilité, à la viabilité et aux modalités pratiques de ce mécanisme; invite toutes les parties à veiller à ce que des mécanismes de contrôle rigoureux soient mis en place, et notamment un cadre de coopération clairement défini; 7. merkt o
p dat de Raad in de conclusies van het Voorzitterschap van de Top van Stockholm op 23 en 24 maart 2001 instemde met het verstrekken van leningen door de EIB aan Rusland ten behoeve van geselecteerde milieuprojecten in
Kaliningrad en Sint Petersburg; dat het zogenoemde milieupartnerschapsprogramma van de noordelijke dimensie afgezien van de EIB ook de Commissie, de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling, de Noordse Investeringsbank, de Wereldbank en de Baltische landen, met inbegrip van Rusland zal omvatten; staat g
...[+++]ereserveerd tegenover de haalbaarheid, duurzaamheid en uitvoerbaarheid van dit programma; dringt bij alle partijen aan op een rigoureus controlesysteem en op een samenwerkingsovereenkomst die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat;