Art. 3. § 1. Concomitamment à l'introduction de la demande d'habilitation de sécurité conformément à la loi du 11 décembre 1998, l'officier de sécurité introduit auprès du directeur général de l'Agence une demande tendant à obtenir la délivrance d'une attestation de sécurité pour la personne déjà membre du personnel de l'installation nucléaire ou de l'entreprise de transport nucléaire, non habilitée, ou non habilitée au niveau requis, nouvellement affectée à un emploi dans ladite installation ou entreprise de transport pour lequel l'accès aux zones de sécurité, aux matières nucléaires ou aux documents nucléaires est requis.
Art. 3. § 1. Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag voor de veiligheidsmachtiging overeenkomstig de wet van 11 december 1998, dient de veiligheidsofficier bij de directeur-generaal van het Agentschap een aanvraag in, om een veiligheidsattest af te leveren voor de persoon die reeds deel uitmaakt van het personeel van de kerninstallatie of het nucleair vervoerbedrijf en die niet of niet op het vereiste niveau gemachtigd is en die heraangesteld werd in een betrekking binnen voornoemde installatie of vervoerbedrijf waarvoor de toegang tot de veiligheidszones, het kernmateriaal of de nucleaire documenten vereist is.