« Tout conseiller au Conseil de la concurrence et tout membre de l'Auditorat près le Conseil de la concurrence qui a manqué à la dignité de ses fonctions ou aux devoirs de son état peut, suivant le cas, être déclaré déchu ou suspendu de ses fonctions par arrêt rendu par la première Chambre de la Cour de cassation sur réquisitoire du procureur général près cette Cour».
« Elks raadslid bij de Raad voor de Mededinging en elk lid van het Auditoraat bij de Raad voor de Mededinging dat te kort is geschoten in de waardigheid van zijn ambt of in de plichten van zijn status kan, naargelang het geval, van zijn ambt vervallen worden verklaard of in zijn ambt worden geschorst, bij een arrest dat door de eerste kamer van het Hof van Cassatie, op vordering van de procureur-generaal bij dit Hof, wordt uitgesproken».