(22) La présente directive ne porte pas atteinte au droit de la juridiction de tenir compte, en droit national ou de l'Union, de l'intérêt d'une mise en œuvre effective du droit de la concurrence par la sphère publique lorsqu'elle ordonne la divulgation de tout type de preuve, à l'exception des déclarations en vue d'obtenir la clémence et des propositions de transaction.
(22) Het recht van de rechterlijke instantie om krachtens het nationaal of het Unierecht het belang van een daadwerkelijke publieke handhaving van het mededingingsrecht in aanmerking te nemen wanneer zij toegang tot onverschillig welke categorie bewijsmateriaal gelast, met uitzondering van clementieverklaringen en verklaringen met het oog op schikking, wordt door deze richtlijn onverlet gelaten.