4. souligne qu'une politique de concurrence efficace et crédible ne doit pas uniquement être axée sur la baisse des prix à la consommation mais doit aussi être attentive aux intérêts stratégiques de l'économie européenne, tels que: la capacité d'innover, l'investissement, la compétitivité et la durabilité, les conditions de concurrence spécifiques des PME, des jeunes pousses et des microentreprises, et la nécessité de promouvoir des normes du travail et environnementales élevées;
4. benadrukt dat een doeltreffend en geloofwaardig mededingingsbeleid niet uitsluitend gericht mag zijn op verlaging van de consumentenprijzen, maar ook de strategische belangen van de Europese economie moet behartigen, zoals: innovatievermogen, investeringen, concurrentievermogen en duurzaamheid, de bijzondere concurrentievoorwaarden voor kmo's, starters en micro‑ondernemingen, en de noodzaak van bevordering van strenge arbeids- en milieunormen;