31. demande une définition plus précise des dépenses publiques prises en compte pour la vérification de l'additionnalité; estime, en outre, que le niveau moyen des dépenses atteint au cours de la période de programmation précédente devrait tenir compte des conditions macroéconomiques ayant marqué les exercice de financement, ainsi que de certaines situations économiques concrètes, à savoir les privatisations, le niveau remarquable de l'effort public structurel au cours de la période de programmation précédente et l'évolution de la conjoncture nationale;
31. wenst dat een duidelijker omschrijving wordt gegeven van overheidsuitgaven die in aanmerking worden genomen bij de toetsing van additionaliteit; meent dat naast het gemiddelde niveau van de uitgaven gedurende de vorige programmeringsperiode, ook rekening moet worden gehouden met de macroeconomische omstandigheden gedurende de financieringsjaren en met bepaalde concrete economische omstandigheden, zoals privatiseringen, buitengewone structurele overheidsinspanningen tijdens de vorige programmeringsperiode en de ontwikkeling van de nationale conjunctuur;