La Cour de cassation l'a confirmé dans une série d'arrêts : « Les peines correctionnelles prévues à l'article 11 de la loi du 18 juillet 1973 relative à la lutte contre le bruit punissent les infractions qui y sont énumérées, sans préjudice de l'application des peines établies par le Code pénal. Ni les dispositions de la loi, ni celles des arrêtés royaux pris en exécution de ladite loi ne dérogent à l'article 561, 1º, du Code pénal, qui punit de peines de police l'auteur de bruits ou tapages nocturnes de nature à troubler la tranquillité des habitants » (1).
Het Hof van Cassatie heeft dit in een aantal uitspraken bevestigd : « De correctionele straffen van artikel 11 van de wet van 18 juli 1973 betreffende de bestrijding van geluidshinder zijn gesteld op de daarin opgesomde misdrijven, onverminderd de toepassing van de in het Strafwetboek gestelde straffen; noch de bepalingen van de wet, noch die van koninklijke besluiten genomen ter uitvoering van de genoemde wet doen afbreuk aan artikel 561, 1º, van het Strafwetboek, dat met politiestraffen straft degenen die zich schuldig maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord » (1).