En vertu des articles 42, 3°, et 43bis du Code pénal, les avantages patrimoniaux tirés directement de l'infraction, ainsi que les biens et valeurs de substitution et les revenus des avantages investis, peuvent être confisqués, même s'ils appartiennent à un tiers qui n'est pas impliqué dans l'infraction pour laquelle l'auteur est condamné (Cass. 29 mai 2001, Pas., 2001, n° 316).
Krachtens de artikelen 42, 3°, en 43bis van het Strafwetboek kunnen vermogensvoordelen die rechtstreeks uit het misdrijf zijn verkregen, alsook de goederen en waarden die in de plaats ervan zijn gesteld en de inkomsten uit de belegde voordelen, worden verbeurdverklaard, zelfs indien zij toebehoren aan een derde die niet is betrokken bij het misdrijf waarvoor de dader wordt veroordeeld (Cass., 29 mei 2001, Arr. Cass., 2001, nr. 316).