16. souligne, enfin, le défi politique majeur que représente l'application, au moment de l'adhésion, du cadre communautaire de surveillance budgétaire, compte tenu des besoins et des réalités spécifiques des pays candidats; considère que, si l'on veut assurer stabilité et croissance macroéconomiques à moyen terme, ce qui suppose obligatoirement un minimum de convergence des politiques économiques, il faut inviter les pays candidats à se conformer aux critères de Copenhague; recommande aux pays candidats de se préparer d'ores et déjà à se conformer aux critères de Maastricht, dont l'appartenance à la zone euro suppose le respect;
16. wijst tenslotte met nadruk op de belangrijke beleidsuitdaging die erin bestaat dat na de toetreding het EU-kader voor budgettair toezicht ten uitvoer wordt gelegd met inachtneming van de specifieke behoeften en omstandigheden van de kandidaat-lidstaten; is van oordeel dat van kandidaat-lidstaten geëist moet worden dat
zij voldoen aan de criteria van Kopenhagen teneinde te komen tot macro-economische stabiliteit en groei op middellange termijn, hetgeen een minimum aan economische convergentie veronderstelt; beveelt de kandidaat-lidstaten aan zich thans reeds voor te bereiden op de voor opneming in de eurozone noodzakelijke naleving
...[+++]van de criteria van Maastricht;