M. considérant qu'en septembre 2013, les autorités égyptiennes de transition ont interdit le mouvement des Frères musulmans, emprisonné ses dirigeants, saisi ses actifs, réduit au silence ses médias et érigé en infraction pénale l'adhésion à la confrérie; que le 21 juin 2014, un tribunal égyptien a confirmé les condamnations à mort de 183 membres et sympathisants des Frères musulmans, déjà condamnés lors d'un procès collectif; que ces condamnations constituent la dernière étape d'actions pénales et de procédures qui ont été largement entachées d'irrégularités et de violations du droit international;
M. overwegende dat de Egyptische interim-autoriteiten in september 2013 het Moslimbroederschap hebben verboden, de leiders ervan hebben opgesloten, haar activa in beslag hebben genomen, haar media het zwijgen hebben opgelegd en het lidmaatschap ervan strafbaar hebben gesteld; overwegende dat een Egyptisch gerechtshof op 21 juni 2014 de terechtstellingen van 183 leden en aanhangers van het Moslimbroederschap heeft bekrachtigd, waartoe in een eerder massaproces was besloten; overwegende dat deze vonnissen de laatste zijn in een reeks gerechtelijke vervolgingen en procedures die getekend werden door procedurele onregelmatigheden en een inbreuk vormden op het internationaal recht;