La révision de l'article 52(2) CBE avait été mise à l'agenda de la Conférence diplomatique à la suite du mandat de la Conférence intergouvernementale de Paris des 24-25 juin 1999, les ministres ayant estimé « qu'il est souhaitable d'éliminer toute ambiguïté quant à la brevetabilité des inventions impliquant des logiciels ».
De herziening van artikel 52(2) EOV werd op de agenda van de Diplomatieke Conferentie geplaatst als gevolg van het mandaat van de Intergouvernementele Conferentie van Parijs van 24 en 25 juni 1999, waar de ministers oordeelden dat het wenselijk was elke dubbelzinnigheid betreffende de octrooieerbaarheid van uitvindingen die te maken hebben met software uit te schakelen.