20. invite les États membres à considérer qu'une partie des dépenses des entreprises destinées à leurs salariés chargés de famille serait prise en charge par l'État, par exemple, les actions éligibles à cette ristourne fiscale pourraient encourager le travail à temps partiel, la participation de l'entreprise aux frais de garde des enfants, les recrutements pour remplacement de congé maternité, paternité, parental, etc.;
20. verzoekt de lidstaten in overweging te nemen om een deel van de uitgaven van bedrijven die bestemd zijn voor hun werknemers die een gezin onderhouden, voor rekening van de staat te laten komen; de middelen die dankzij deze belastingkorting vrijkomen zouden bijvoorbeeld ingezet kunnen worden voor het stimuleren van deeltijdwerk, het door het bedrijf bijdragen in de kosten van kinderopvang, het werven van personeel voor vervanging tijdens zwangerschapsverlof, vaderschapsverlof, ouderschapsverlof, enz.;