« Art. 8 bis. § 1. L'agent qui désire bénéficier d'un congé parental en application des articles 34 et 35, d'une interruption de la carrière professionnelle en application de l'article 116, d'une absence de longue durée pour raisons personnelles en application de l'article 113 ou de prestations réduites pour convenance personnelle en application de l'article 140, communique à l'autorité dont il relève la date à laquelle le congé prendra cours et sa durée.
"Art. 8 bis. § 1. De ambtenaar die een ouderschapsverlof wenst te genieten in toepassing van de artikelen 34 en 35, een loopbaanonderbreking in toepassing van artikel 116, een afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden in toepassing van artikel 113 of verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheden in toepassing van artikel 140, deelt aan de overheid onder welke hij ressorteert de datum mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan.