L'honorable membre sera certainement d'accord avec moi pour qu'une quote-part manifestement plus importante des revenus (même 50 %) puisse être attribuée au conjoint dans le cas où les deux conjoints exercent une activité professionnelle en commun dans laquelle ils fournissent des prestations équivalentes (par exemple, la tenue d'une épicerie, ou l'exploitation d'une entreprise agricole), que lorsque l'épouse ne décroche que sporadiquement le téléphone pour l'activité professionnelle de son mari.
Het geachte lid zal het ongetwijfeld met mij eens zijn dat aan de echtgenote een merkelijk groter deel van de inkomsten mag worden toegekend (zelfs 50 %) ingeval beide echtgenoten gezamenlijk een beroepsactiviteit uitoefenen waarbij ze gelijkwaardige prestaties leveren (bijvoorbeeld het openhouden van een kruidenierswinkel of het uitbaten van een landbouwbedrijf), dan wanneer de echtgenote slechts sporadisch de telefoon opneemt voor de zaak van haar man.