En résumé, la personne qui prétend avoir un droit sur une chose confisquée et qui a reçu, en temps voulu et à l'intervention du greffier, notification de la décision de confiscation qui est passée en force de chose jugée (ou qui n'en a pas nécessairement eu connaissance) devrait, dans les 90 jours, entamer une procédure devant le juge compétent dans laquelle doivent être impliqués le condamné, d'une part, et l'État belge, ministère des Finances, en la personne du receveur de l'Enregistrement et des Domaines, d'autre part.
Samengevat zou dus diegene die beweert recht te hebben op een verbeurdverklaarde zaak en die tijdig in kennis is gesteld door de griffier van de beslissing tot verbeurdverklaring die in kracht van gewijsde is gegaan (of die niet noodzakelijkerwijze in kennis is gesteld daarvan) binnen de 90 dagen een procedure voor de bevoegde rechter moeten inleiden waarbij dient betrokken enerzijds de betichte anderzijds de Belgische Staat, ministerie van Financiën in de persoon van de ontvanger van Registratie en Domeinen.
