« Art. 535. Le comité de direction de la chambre nationale des huissiers de justice connaît des affaires disciplinaires à l'intervention du rapporteur, soit d'office, soit sur plainte, soit sur les dénonciations écrites du procureur du Roi ou d'un rapporteur d'une chambre d'arrondissement».
« Art. 535. Het directiecomité van de nationale kamer van gerechtsdeurwaarders neemt, door toedoen van de verslaggever, kennis van de tuchtzaken, hetzij ambtshalve, hetzij op klacht, hetzij op schriftelijke aangifte door de procureur des Konings of door een verslaggever van een arrondissementskamer».