En substance, il est proposé d'octroyer aux ménages dont le revenu est égal au minimum de moyens d'existence une allocation de logement dont le montant s'obtient en déduisant la somme que l'intéressé consacre mensuellement au logement d'un montant égal au tiers du minimum de moyens d'existence, majoré des allocations familiales, auquel il peut (pourrait) prétendre du fait de sa situation financière ou familiale.
In essentie wordt voorgesteld om aan huishoudens met een inkomen gelijk aan het bestaansminimum een huisvestingstoelage toe te kennen waarvan het bedrag wordt berekend als het verschil tussen het derde van het bedrag van het bestaansminimum waarop de betrokkene op grond van zijn financiële of gezinstoestand recht heeft (zou hebben), vermeerderd met de kinderbijslag, en het totale bedrag dat hij maandelijks aan huisvesting besteedt.