En application de l'article 4.4.23 du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, une autorisation peut être accordée pour la modification entière ou partielle d'utilisation d'un bâtiment ou d'un complexe de bâtiments, pour a
utant qu'il ait été répondu aux conditions suivantes : 1° le bâtiment ou le complexe de bâtiments se situe dans une zone urbaine, telle que délimitée dans un plan d'exécution spatial régional ou provincial ; 2° le collège des bourgmestre et échevins a décidé, conformément à l'article 2.2.13, § 1 , alinéa premier, du Code flamand de l'Aménagement du Territoire, d'établir un plan d'exécution spatial communal pour la
...[+++]région où se situe le bâtiment ou le complexe de bâtiments ; 3° le plan d'exécution spatial communal, visé au point 2°, a pour but la reconversion d'ancien tissu industriel ou artisanal en une zone contenant une imbrication de fonctions ; 4° le conseil communal a donné son consentement de principe au deux éléments suivants : a) l'établissement du plan d'exécution spatial, visé au point 2° ; b) la délimitation du plan d'exécution spatial communal proposée par le collège des bourgmestre et échevins ; 5° au maximum un quart de la surface au sol du bâtiment ou du complexe de bâtiments obtiendra la fonction de commerce au détail ; 6° au minimum deux quarts de la surface au sol du bâtiment ou du complexe de bâtiments obtiendront la fonction d'industrie et activités commerciales, récréation de jour, y compris les sports ou les équipements collectifs ou les équipements d'utilité publique ; 7° l'autorisation est accordée pour une période maximale de trois années.Met toepassing van artikel 4.4.23 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan een vergunning worden verleend voor het geheel of gedeeltelijk wijzigen van het gebruik van een gebouw of gebouwencomplex, voor zover aan al de volgende voorwaarden voldaan is: 1° het gebouw
of gebouwencomplex ligt in een stedelijk gebied, zoals afgebakend in een gewestelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan; 2° het college van burgemeester en schepenen heeft conform artikel 2.2.13, § 1, eerste lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening beslist om een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan op te maken voor het gebied waarin het gebouw of gebouwe
...[+++]ncomplex ligt; 3° het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in punt 2°, heeft de omschakeling van oud industrieel of ambachtelijk weefsel naar een gebied met verweving van functies tot doel; 4° de gemeenteraad heeft principieel ingestemd met de volgende twee elementen: a) de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan, vermeld in punt 2° ; b) de begrenzing van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan die het college van burgemeester en schepenen voorstelt; 5° maximaal een vierde van de vloeroppervlakte van het gebouw of gebouwencomplex krijgt de functie detailhandel; 6° minimaal twee vierde van de vloeroppervlakte van het gebouw of gebouwencomplex krijgt de functie industrie en bedrijvigheid, dagrecreatie, met inbegrip van sport of gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen; 7° de vergunning wordt verleend voor een periode van maximaal drie jaar.