Par son arrêt C-450/06 du 14 février 2008, la Cour de justice des Communautés européennes a déclaré que l'instance chargée d'examiner le recours, en l'occurrence le Conseil d'Etat, devait garantir la confidentialité et le droit au respect des secrets d'affaires au regard des informations contenues dans les dossiers qui lui sont communiqués par les parties à la cause, notamment par le pouvoir adjudicateur, tout en pouvant elle-même connaître de telles informations et les prendre en considération.
Met arrest C-450/06 van 14 februari 2008 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verklaard dat de instantie die belast was met het onderzoek van de beroepen, in dit geval de Raad van State, de vertrouwelijkheid moest garanderen. Deze moest eveneens het recht naleven op eerbiediging van de zakengeheimen ten opzichte van informatie in de dossiers die aan deze Raad wordt meegedeeld door de partijen in het geding, met name door de aanbestedende overheid, terwijl de Raad zelf dergelijke informatie wel mag kennen en in overweging nemen.