Si un membre du Conseil, a obtenu, lors de l'évaluation périodique, la mention finale définitive « insuffisant », celle-ci entraîne à compter du premier jour du mois suivant la communication de la mention définitive, la perte pendant six mois de la dernière majoration triennale visée à l'article 3 de la loi du 5 avril 1955 relative aux traitements des titulaires d'une fonction au Conseil d'État, des magistrats et des membres du greffe et du Conseil du Contentieux des Étrangers.
Indien een lid van de Raad bij een periodieke evaluatie de definitieve eindvermelding `onvoldoende' heeft verkregen, dan leidt dit met ingang van de eerste van de maand volgend op de kennisgeving van de definitieve beoordeling gedurende zes maanden tot de inhouding van de laatste driejaarlijkse verhoging bedoeld in artikel 3 van de wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en de leden van de griffie en de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.