L
e Conseil d'Etat, section de législation, première chambre, saisi par la Ministre des Affaires sociales, le 8 avril 2009, d'une demande d'avis, dans un délai de trente jours, sur un projet d'arrêté royal « fixant les conditions dans lesquelles le Co
mité de l'Assurance peut conclure des conventions en application de l'article 56, § 2, alinéa 1, 3°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, pour le financement de soins alternatifs et de soutien aux soins à
des personnes âgées ...[+++]fragiles », a donné l'avis suivant :
De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 8 april 2009 door de Minister van Sociale Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van alternatieve en ondersteunende zorg voor kwetsbare ouderen », heeft het volgende advies gegeven :