La portée que les parties requérantes devant la juridiction a quo donnent à la règle du comblement n'apparaît pas davantage, comme elles l'affirment, de la jurisprudence de la section du contentieux administratif du Conseil d'Etat, invoquée par le Gouvernement flamand, relative à l'arrêté royal du 28 décembre 1972 précité (arrêts n 21.384, 26.611, 26.911, 32.443 et 164.192).
De draagwijdte die de verzoekende partijen voor het verwijzende rechtscollege aan de opvullingsregel geven, blijkt evenmin, zoals zij beweren, uit de door de Vlaamse Regering aangehaalde rechtspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, met betrekking tot het voormelde koninklijk besluit van 28 december 1972 (arresten nrs. 21.384, 26.611, 26.911, 32.443 en 164.192).