4. Les autorités compétentes de l'État membre d'accueil mettent fin aux mesures conservatoires lorsqu'elles considèrent que celles-ci sont devenues obsolètes en vertu de l'article 41, à moins qu'elles ne cessent de produire leurs effets conformément au paragraphe 3 du présent article.
4. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst beëindigen de voorzorgsmaatregelen indien deze maatregelen naar hun mening achterhaald zijn uit het oogpunt van artikel 41, tenzij zij overeenkomstig lid 3 van dit artikel niet langer van kracht zijn.