Les États membres conserveront donc toujours le droit de négocier et de conclure des accords bilatéraux concernant des services aériens, sans avoir à demander au préalable l’autorisation de la Commission, même si l’objet de ces accords relève pour partie de la compétence de la Communauté, à condition qu’ils comportent certaines clauses établies conjointement par la Commission et les États membres.
De lidstaten zullen het recht behouden te onderhandelen en bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten af te sluiten, zelfs als de bevoegdheid gedeeld is met de Gemeenschap. Die overeenkomsten dienen dan wel bepaalde standaardclausules te bevatten die de Commissie en de lidstaten gezamenlijk zijn overeengekomen.