M. Monfils considère que l'amendement nº 130 rouvre les débats qui ont également été tenus en 1999 au sein du Comité consultatif de bioéthique concernant la problématique du clonage et qui ont donné lieu à l'avis nº 10. Les arguments pour et contre le clonage reproductif humain ont déjà été énumérés dans les développements de la proposition de loi (do c. Sénat, nº 2-695/1, pp. 6-7), qui place surtout les soins de santé au centre des préoccupations.
De heer Monfils is van oordeel dat, aan de hand van het amendement nr. 130, opnieuw het debat wordt gevoerd dat in 1999 ook in het Raadgevend Comité voor de bio-ethiek werd gevoerd omtrent de problematiek van het klonen, en dat geleid heeft tot het advies nr. 10. De argumenten pro en contra het reproductief menselijk klonen werden reeds opgesomd in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (stuk Senaat, nr. 2-695/1, blz. 6-7), dat vooral de gezondheidszorg centraal stelt.