C. considérant que les récentes attaques terroristes en France, en Belgique, en Tunisie et à Copenhague mettent en lumière la menace sécuritaire que constituent la présence et la circulation de ces combattants "étrangers", qui sont souvent des ressortissants de l'Union, sur le territoire européen et dans les pays voisins; que l'Union européenne a condamné dans les termes les plus forts ces attaques et s'est engagée à lutter contre le terrorisme aux côtés des États membres, au sein et en dehors du territoire de l'Union;
C. overwegende dat de recente terreuraanslagen in Frankrijk, België, Tunesië en Kopenhagen duidelijk maken welke bedreiging voor de veiligheid uitgaat van de aanwezigheid en de bewegingen van deze "buitenlandse" strijders - vaak EU-burgers - op het Europese grondgebied en in het nabuurschap; overwegende dat de EU deze aanslagen in de krachtigste bewoordingen heeft veroordeeld en heeft toegezegd het terrorisme aan de zijde van de lidstaten te zullen bestrijden, zowel op het grondgebied van de EU als daarbuiten;