1. Aux fins du paragraphe 1 de l'article 46 et de l'article 47, toute plainte concernant l'un des comportements visés dans les règles 24 et 25, doit indiquer les motifs sur lesquels elle se fonde, l'identité du plaignant, et présenter tout élément de preuve disponible.
1. Overeenkomstig de artikelen 46 en 47, eerste punt, betreffende de gedragingen bedoeld in de regels 24 en 25 moet in iedere klacht de redenen worden aangegeven waarop zij is gegrond, alsook de identiteit van de klager en elk beschikbaar bewijselement worden voorgelegd.