F
. considérant que la préservation et la protection effectives des droits doivent constituer l’objectif central de toutes les politiques de l’Union, y compris dans leur dimension extérieure, et qu’honorer l’obligation de protection, de promotion et de respect n’exige pas de nouvelles compétences de l’Union mais p
lutôt un engagement institutionnel proactif en faveur des droits de l’homme, en développant et renforçant une véritable culture des droits de l’homme dans les institutions de l’Union et chez ses États membres; considérant que l’Union a besoin de
...[+++]faire vivre une politique cohérente en matière de droits de l’homme et un mécanisme rassemblant les différents acteurs intervenant dans le domaine des droits fondamentaux à l’intérieur des structures de l’Union; F. overwegende dat de doeltreffende bescherming en bevordering van rechten een algehele doelstelling van al het EU-beleid moet vormen, met inbegrip van de externe dimensie van dat beleid en overwegende dat er voor het vervullen van de plicht om dat beleid te beschermen, bevorderen en uit te voeren, geen nieuwe bevoegdheden voor de EU nodig zijn, maar ee
rder een proactieve institutionele betrokkenheid bij de mensenrechten, en de ontwikkeling en versterking van een echte cultuur van grondrechten in de instellingen van de Unie en in de lidstaten; overwegende dat de EU een coherent mensenrechtenbeleid en een mechanisme waarin de verschillen
...[+++]de actoren op het gebied van de grondrechten worden verenigd dient te bevorderen binnen de EU-structuur;