3. Pour être considérée éligible, une dépense doit avoir été effectivement payée au plus tôt le 1er janvier de l'année à laquelle se réfère la décision de financement approuvant le programme annuel visée à l'article 21, paragraphe 5, alinéa 3.
3. Alleen uitgaven die zijn verricht op of na 1 januari van het jaar waarop het in artikel 21, lid 5, derde alinea, bedoelde financieringsbesluit, waarbij het jaarprogramma wordt goedgekeurd, betrekking heeft, komen in aanmerking voor bijstand uit het Fonds.