1. L’exploitant ou l’exploitant d’aéronef établit, consigne, met en œuvre et tient à jour un système de contrôle performant pour faire en sorte que la déclaration d’émissions annuelle et, le cas échéant, la déclaration relative aux tonnes-kilomètres, établies sur la base des activités de gestion du flux de données, ne contiennent pas d’inexactitudes et soient conformes au plan de surveillance et au présent règlement.
1. De exploitant stelt een effectief controlesysteem in, documenteert dit, voert het uit en onderhoudt het, teneinde te garanderen dat het uit de dataflow-activiteiten voortvloeiende jaarlijkse emissieverslag en, indien van toepassing, het tonkilometergegevensverslag, geen onjuiste opgaven bevat en in overeenstemming is met het monitoringplan en deze verordening.