5. dans le cadre de sa politique de coopération au développement avec le Burundi, de demander au pays partenaire de redéfinir et de mettre en œuvre conjointement un programme de consolidation de la gouvernance démocratique visant notamment la protection des droits de la personne, la supervision des activités des services de sécurité, la lutte contre la corruption et le développement du débat public;
5. in het kader van het beleid voor ontwikkelingssamenwerking met Burundi, het partnerland op te roepen een programma voor de consolidatie van het democratische bestuur te herdefiniëren en ten uitvoer te leggen dat onder meer gericht is op de bescherming van de mensenrechten, het toezicht op de activiteiten van de veiligheidsdiensten, de strijd tegen de corruptie en de ontwikkeling van het publieke debat;