3. Les autorités compétentes chargées de la surveillance d'établissements contrôlés par un établissement mère dans l'Union contactent, si possible, l'autorité de surveillance sur base consolidée lorsqu'elles ont besoin d'informations, dont l'autorité de surveillance sur base consolidée peut déjà disposer, concernant la mise en œuvre d'approches et de méthodes prévues par la présente directive et le règlement (UE) no 575/2013.
3. De bevoegde autoriteiten die belast zijn met het toezicht op instellingen die onder de zeggenschap staan van een EU-moederinstelling, treden waar mogelijk in contact met de consoliderende toezichthouder als zij informatie nodig hebben over de toepassing van benaderingen en methodieken als beschreven in deze richtlijn en in Verordening (EU) nr. 575/2013, en deze informatie eventueel al beschikbaar is voor de consoliderende toezichthouder.