Art. 31. Dans tous les cas où le cautionnement est constitué par un tiers, celui-ci est caution solidaire et, sans préjudice des dispositions de l'article 30, est lié par toute décision judiciaire intervenant à la suite d'une contestation quelconque relative à l'existence, l'interprétation ou l'exécution du marché, pourvu que cette contestation lui ait été signifiée dans la forme indiquée ci-après.
Art. 31. Wanneer de borgtocht door een derde wordt gesteld, is deze, onverminderd de bepalingen van artikel 30, solidair borg en gebonden door elke gerechtelijke beslissing die naar aanleiding van gelijk welke betwisting omtrent het bestaan, de interpretatie of de uitvoering van de opdracht wordt genomen, op voorwaarde dat hem van die betwisting in de hierna omschreven vorm kennis werd gegeven.