114. rappelle que le droit à l'objection de conscience au service militaire constitue un exercice légitime du droit à la liberté de pensée, de conscience et de religion, et prie instamment le SEAE et les États membres d'inviter les pays disposant d'un système instituant le service militaire obligatoire à autoriser un service de remplacement ou à caractère civil ou non combattant, dans l'intérêt public, et non répressif, et à s'abstenir de poursuivre, y compris en recourant à des peines d'emprisonnement, des objecteurs de conscience pour avoir refusé d'effectuer leur service militaire;
114. herinnert eraan dat het recht op gewetensbezwaren tegen de militaire dienst een rechtmatige uitoefening van het recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst is, en dringt er bij de EDEO en de lidstaten op aan om landen met een systeem van verplichte militaire dienst te verzoeken om te voorzien in de mogelijkheid om een alternatieve niet-combattante of burgerdienst uit te oefenen, die in het belang van de bevolking moet zijn en geen straf mag zijn, en om gewetensbezwaarden niet te bestraffen, ook niet met een gevangenisstraf, omdat zij geen militaire dienst willen vervullen;