les flancs de colline du secteur mentonnais, à la roche-mère gréseuse, constituent depuis plusieurs siècles un choix pertinent à l’implantation d’agrumes sur des terrasses aménagées jusqu’à 390 m d’altitude (au-delà, le climat est défavorable), qui favorisent la production (sols aérés), limitent les risques de gelées et garantissent la maturité du fruit (restitution de la chaleur),
de heuvelflanken uit zandsteenachtig moedergesteente in de streek van Menton zijn al eeuwen de uitgelezen plaats voor het planten van citrusbomen op terrassen die op een hoogte van maximaal 390 m zijn aangelegd (het klimaat is ongunstig op grotere hoogten), de productie bevorderen (beluchte bodems), het risico op vorst beperken en de rijpheid van de vruchten verzekeren (warmteweerkaatsing);