L'article 5 de la loi du 21 juillet 1971 ne peut, en outre, être consid
éré comme ayant été implicitement abrogé par la modification apportée à l'article 59bis, § 2,
alinéa 1, 2°, de la Constitution par la révision constitutionnelle du 15 juillet 1988, puisque, comme cela ressort des déclarations citées en B.8.4.5, l'extension des compétences matérielles des communautés dans le domaine de l'enseignement n'a pas remis en cause le régime contenu dans l'article 5 de la loi du 21 juillet 1971 (Ann., Chambre, 1988, nos 27-28, 7 juillet 1988
...[+++], p. 935).
Artikel 5 van de wet van 21 juli 1971 kan bovendien niet worden geacht impliciet te zijn opgeheven door de wijziging aangebracht in artikel 59bis, § 2, eerste lid, 2°, van de Grondwet door de grondwetsherziening van 15 juli 1988, vermits, zoals een en ander blijkt uit de in B.8.4.5 aangehaalde verklaringen, de uitbreiding van de materiële bevoegdheden van de gemeenschappen op het gebied van onderwijs de regeling vervat in artikel 5 van de wet van 21 juli 1971 niet in het geding heeft gebracht (Hand., Kamer, B.Z. 1988, nrs. 27-28, 7 juli 1988, p. 935).